Onze Arabische broeder Issa rijdt ons naar de muur die Israël scheidt van de Palestijnse gebieden. De terugweg van Bethlehem naar Jeruzalem doen wij lopend langs de checkpoint. We moeten een flink stuk lopen. Er staat een hele lange rij auto’s. Dat zijn nieuwe en oude auto’s. Er hangt een gordijn van stof. Jongens slijten tasjes en kauwgun aan de automobilisten. Ze lopen tussen de auto’s door. Een aankomende BMW schiet in de ankers, een jongetje van een jaar of tien glipt nog net voor hem langs. Het jongetje kijkt op. Hij heeft een slof sigaretten voor de verkoop in zijn hand. Met zijn hand gebaart hij omhoog. Dit is een omgeving waarvan je weet dat er elk moment van alles tegelijk kan gebeuren.
We lopen naar de voetgangersgrenspost. Het is vijf uur. Honderden mannen komen ons tegemoet. Ze zijn klaar met werken en gaan nu vanuit Israël terug naar huis. Wij lopen een betonnen pad op. De eerste checkpoint is een stalen draaideur. Is dit alles? Nee. Bij de volgende post wordt onze bagage gescand. Schoenen, riemen etc gaan op de band. Als er niets meer piept mogen we doorlopen. Daarna volgt de paspoortcontrole. Twee jonge Israëlische soldaten controleren de paspoorten. Vijftien minuten later zijn wij door de checkpoint en lopen naar de bus. Onze bus staat direct om de hoek naar de checkpoint. Vijftien minuten later zijn we weer bij de Damascus poort.
President Nethanyahu zei in de toespraak tot de Verenigde Naties dat sinds de invoer van de checkpoints en de bouw van de muur het aan tal terroristische aanslagen in Israël met 80% is gedaald.